Nu gaan we het écht anders doen

Handelingsverlegenheid

Statistisch gezien zitten er in Nederland 3 kinderen in iedere klas dat slachtoffer is van kindermishandeling of verwaarlozing. Als we deze kinderen verzamelen, dan zouden dat ter beeldvorming 533 basisscholen vol zijn. Dat zijn de Kuip en de Arena gevuld! De cijfers liegen er niet om. 

De cijfers zijn vrij constant over de afgelopen 15 jaar. De kinderen van 15 jaar geleden zijn inmiddels volwassen. Dat betekent dus ook dat de slachtoffers van toen de volwassenen van nu zijn. Waar bevinden zij zich eigenlijk? Werkend als It-er? Werkend in de zorg en welzijn? In de criminaliteit? Psychisch afgekeurd of dakloos en verslaafd?

Op 21 januari 2015 kopte het Algemeen dagblad het volgende:

Baby vermoedelijk overleden na huiselijk geweld’ 

Een tien maanden oude baby is in Rotterdam vermoedelijk om het leven gekomen door huiselijk geweld. De politie heeft maandagavond een 25-jarige verdachte aangehouden. Hij wordt vandaag voorgeleid.

Omdat de baby zichtbare verwondingen had, doen de politie en het Openbaar Ministerie onderzoek. De verdachte is de vriend van de moeder, maar niet de biologische vader van de baby. De andere drie kinderen van de moeder zijn overgebracht naar een veilig adres.

De voormalig Rotterdamse jeugdzorgwethouder Hugo de Jonge heeft de jeugdconsul opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de hulpverleningsgeschiedenis van het gezin. Bekend is wel dat de kinderen van het gezin niet bekend waren bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, het voormalig bureau Jeugdzorg.

 Nederland is in shock als er weer een bericht in het nieuws komt van een kindje dat om het leven is gekomen door kindermishandeling. Dit kán en mág niet meer gebeuren en er wordt een onderzoek gestart door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Verbeterpunten 


Hoe komt het toch dat er bij de meeste calamiteitenrapporten van de IGZ dezelfde verbeterpunten naar voren komen? En hoe kan het toch dat er blijkbaar niet geleerd wordt van de gemaakte fouten?

Als professional die betrokken is bij een calamiteit lig je onder de loep van de inspectie en zelfs de media. Maar wat als de inspectie ook naar cases zou kijken die niet zijn uitgemond in een calamiteit? Ik ben bang dat we ons rot schrikken en beseffen dat de handelingen of juist het gebrek hieraan geen uitzondering is. Het blijkt niet dat ene ‘kleine’ groepje te zijn waarbij het fout is gegaan, het schijnt dat het merendeel van de professionals dezelfde handelingsverlegenheid ervaart. Dit is dus nog maar het topje van de ijsberg.

Reden genoeg om eerlijk naar onszelf te zijn en te onderkennen dat wat we aan het doen zijn niet werkt.

Dit kan en mag nooit meer gebeuren


Ieder weldenkend mens vindt dat huiselijk geweld en kindermishandeling er niet mag zijn en dat we er wat aan moeten doen. In de meeste gevallen zullen zelfs de mensen die geweld plegen ontkennen dat zij dit doen omdat dit iets is wat alleen ‘slechte’ mensen doen. Als professional heb je de mogelijkheid een grote rol te spelen in het stoppen van geweld. Vaak blijkt er te weinig met deze mogelijkheid te worden gedaan. Het kan niet zo zijn dat het hier gaat om onwil. Er is iets anders aan de hand.

Handelingsverlegenheid 


Deze handelingsverlegenheid moet omgezet worden in actiebereidheid. Door keer op keer dezelfde verbeterpunten uit de inspectierapporten te lezen wordt duidelijk hoe omvangrijk deze handelingsverlegenheid is. Het kan niet zo zijn dat bijvoorbeeld de geheimhoudingsplicht boven de veiligheid van een kind wordt geplaatst. Wat is het dat ons écht tegenhoudt? Dit geldt overigens niet alleen voor professionals. Durf jij als burger te melden als je een vermoeden hebt bij iemand in je straat of binnen je familie?

Misschien vind je me wat kort door de bocht en generaliserend. Maar mensen zijn gewoontedieren en we hebben regels nodig. Een kader om onze werkzaamheden in uit te kunnen voeren. Het voordeel van een kader is dat je kan meten en toetsen wat er gedaan wordt en dat je mensen kan opleiden. Het nadeel is dat dit kader zo belangrijk is gemaakt dat het leidend is. Maar wat is er mis met een kader dat leidend is hoor ik je denken. Het signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk geweld en kindermishandeling is moeilijk en spannend. Angsten als straks zit ik ernaast of wat als ze boos worden?

Houvast


Als iets moeilijk is ga je op zoek naar houvast. Dat is waar de kaders om de hoek komen kijken. We grijpen ze aan, klampen ons eraan vast en we laten ze niet meer los. Sterker nog, we gaan de kaders aanscherpen als blijkt dat ze niet gewerkt hebben.

Een gebrek aan zelfvertrouwen en durf kan zich uiten in onzekerheid. En wat gebeurt er als je onzeker bent? Dan ga je óf op safe spelen, óf je durft niet te delen en te zeggen wat je doet en al helemaal niet je angsten hierover kenbaar te maken. Je bagatelliseert je onderbuikgevoel om niet met je onzekerheid geconfronteerd te hoeven worden. Gevolg: je gaat het onderwerp uit de weg.

Onderbuikgevoel


Daarin zit de crux. De stap die overgeslagen wordt is het stilstaan bij jezelf en het leren duiden van je onderbuikgevoel. Want dat is eng, dat is onzeker, dat is voelen. Maar je kan toch niet verwachten dat iemand zich tegenover jou kwetsbaar opstelt en zijn of haar grootste geheim zou moeten vertellen, als jij alleen maar vanuit vastgestelde kaders werkt.

Met mensen werken is maatwerk, iedere cliënt is anders, iedere professional is anders. En zoals ik hierboven al beschreef, de professional kan zelf ook te maken hebben (gehad) met huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De enige manier om openheid en vertrouwen te krijgen van degene aan de andere kant van de tafel is door openheid, kwetsbaarheid en zelfreflectie met betrekking tot dit thema uit te dragen. Door dit vertrouwen in jezelf zorg je ook dat de ander jou kan vertrouwen.

Oefenen


Als je opgaat voor je rijbewijs en je zakt steeds voor het afrijden, dan wordt er niet gezegd: ‘Laten we dat examen aanpassen, want klaarblijkelijk zakken er nog steeds mensen voor’. Nee, in tegendeel, er wordt geadviseerd meer lessen te nemen en vooral te oefenen op het onderdeel waar je voor gezakt bent. Zo is het ook met het leren van calamiteiten. We zijn gezakt, dus moet niet het examen (de meldcode) aanscherpt worden. We moeten juist kijken waar we voor zijn gezakt en daar extra op oefenen.

Er moet dus opnieuw geprioriteerd worden. Op nummer 1 staat dat je openlijk over dilemma’s, angsten en belemmeringen van de professionals gesproken kunnen worden. Op nummer 2 komen de kaders.

Leren van calamiteiten


Eén van de dingen die je moet weten als je echt wilt leren van calamiteiten is wat het met je doet als je als professional betrokken bent bij een calamiteit. Want dan ontdek je welke angsten en belemmeringen er daadwerkelijk gespeeld hebben. Niets is waardevoller dan het advies van deze professional die zijn stem kan laten horen. Als de professional jou dan een advies mag geven wat zou dat dan zijn? ‘Met de kennis die ik nu heb zou ik dit of dat anders gedaan hebben.
Dát is waar je van kan leren. En dan is er een calamiteit geweest die in ieder geval niet voor niets is geweest en waar we van kunnen leren.

[vc_separator type=”normal” color=”#2d5959″ border_style=”solid” thickness=”1px”][vc_empty_space][vc_column_text css=”.vc_custom_1518196291684{padding-top: 10px !important;}”]

Meer weten over huiselijk geweld en kindermishandeling?
Klik op één van onderstaande buttons

[vc_empty_space][qbutton size=”medium” target=”_blank” font_weight=”” text=”Inschrijven voor een training of workshop” border_radius=”4″ link=”https://www.ovora.nl/trainingsaanbod/” font_size=”15″][vc_empty_space][qbutton size=”medium” target=”_blank” font_weight=”” text=”Meld je hier aan voor de gratis en vrijblijvende online videoserie” border_radius=”4″ link=”https://www.ovora.nl/nooit-meer-onzeker-over-een-vermoeden-van-huiselijk-geweld-of-kindermishandeling/” font_size=”15″][vc_empty_space]