Er werd mij eens gevraagd wat ik denk dat er in toekomstig beleid nodig is om het gebruik van de Meldcode te optimaliseren.
Mijns inziens is het nodig om terug te gaan naar persoonsniveau. Ik zeg teruggaan, maar dat klopt eigenlijk niet. De focus heeft grotendeels gelegen op de kaders. En met kaders bedoel ik de meldcode en andere protocollen gericht op het screenen, melden en signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling. En dat is logisch, want kaders geven houvast, bieden structuur en maken zaken meetbaar. Zeker als het gaat om een ingewikkeld thema als geweld. Iedereen kent geweld, in meer of mindere mate, maar het is helaas nog grotendeels een taboe om hierover te spreken.
Onzekerheid
En wat gebeurt er als iets moeilijk en onzeker is? Dan zoeken we naar houvast. En die houvast vinden we binnen de kades. Maar vasthouden aan kaders doet ook wat anders. En dat is precies de paradox. De houvast en de structuur die ze ogenschijnlijk bieden is gelijk ook de keerzijde. Namelijk dat je niet in verbinding hoeft te zijn met jezelf en met de patiënt/cliënt omdat je de kaders volgt. Want in verbinding zijn met jezelf en je patiënt/cliënt betekent dat je durft te her- en onderkennen wat het thema geweld voor jou betekent en met je doet. En dat brengt onzekerheid en een zekere kwetsbaarheid met zich mee, want hoe reageert iemand hierop? Wat als ze boos worden? Wat als ik het fout heb? Dus dan zijn kaders weer heel handig om met deze angsten en onzekerheid om te kunnen gaan (toe te dekken dus eigenlijk).
Dit is mijn ogen het grootste probleem binnen de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling en misschien wel binnen een veel breder aspect van de zorg en hulpverlening. We zijn niet in verbinding met onszelf omdat we ons binnen de kaders op een veilig (lees: oppervlakkig) niveau kunnen bewegen. Of anders gezegd: we hoeven niet in verbinding te zijn met onszelf omdat we ons veilig binnen de kaders kunnen bewegen. Hierbij wil ik overigens wel de kanttekening plaatsen dat ik niet tegen de kaders ben. Die zijn absoluut nodig en belangrijk.
Kaders
Ik ben dan ook van mening dat als het nodig is om de kaders te verscherpen, we dus eigenlijk met een angst/ onzekerheid binnen onszelf geconfronteerd worden. De oplossing ligt mijns inziens in het leren praten over angsten en belemmeringen rondom dit thema. Duidelijk zal worden dat deze angsten en belemmeringen overeenkomen met die van een heleboel mensen. En dat is precies waar het om gaat. We zijn bang voor hetzelfde en dat moeten we onder ogen gaan zien, over leren praten.
Het ‘gebruik’van de Meldcode
Er wordt gesproken over het ‘gebruik van de meldcode’. Het klinkt als een soort medicatie, zoals ‘het gebruik van antidepressiva’. Ik zou dan ook de vergelijking willen maken met daadwerkelijke medicijnen.
Bij medicijnen zit altijd een bijsluiter. Waarin uitgelegd staat wat het medicijn is, waar het middel voor gebruikt wordt, wanneer je het middel wel en niet mag gebruiken, wanneer je extra voorzichtig moet zijn met het middel, wat de invloed ervan is op andere geneesmiddelen, waar je op moet letten qua eten, drinken, zwangerschap, borstvoeding en alcohol, hoe je het middel gebruikt, hoe je het middel moet bewaren, wat de (mogelijke) bijwerkingen zijn en de dosering.
Het kan anders
Als je vanuit deze medicijnmetafoor de vertaalslag maakt naar het werken met de meldcode dan is mijn conclusie dat er een bijsluiter nodig is. Niet in de vorm van wéér een document of een protocol, maar in figuurlijke zin. Een bijsluiter (dus een training) waarin het gaat over hoe huiselijk geweld ontstaat, welke factoren spelen allemaal een rol en hoe worden deze zichtbaar? Waar moet je allemaal rekening mee houden? Wat zijn mogelijke bijwerkingen? Deze bijwerkingen kan je zien als de angsten met betrekking tot dit thema. Door de angsten en onzekerheden te bespreken, te herkennen en onder ogen te durven komen kan je ze in het mooiste geval wegnemen en in andere gevallen erop voorbereid zijn en er dus op anticiperen.